Dit artikel beschrijft de resultaten van het verkennend onderzoek naar de Taktila methode®. De meningen zijn verdeeld of de Taktila methode® kan voorzien in de behoefte van slechtzienden en blinden om kleur waar te nemen. Om de resultaten van het verkennend onderzoek te doorgronden worden eerst de verschillende functies die kleur kan hebben beschreven. Dit verkennend onderzoek lijkt indicaties op te leveren voor een verschillend gebruik van de Taktila methode® door leerlingen afhankelijk van de situatie van de proefpersoon.

In haar kunststudio bemerkte Jofke van Loon, dat er onder visueel gehandicapten interesse was om te participeren in de kunsten. Dit betrof, zowel reflecterend (beschouwende kunst, zoals het bezoeken van een tentoonstelling), als participerend (het zelf maken van kunst). Omdat er nog geen goede methode was, die al deze zaken goed kon uitleggen aan visueel gehandicapten, besloot ze haar eigen methode te ontwikkelen: de Taktila methode® was geboren. Door deze methode zijn visueel gehandicapten in staat om op de tast zaken te leren over kunst zoals de perspectief en lichtinval. Het opvallendste aan deze methode is dat de visueel gehandicapten ook inzicht krijgen in de wereld van kleur. Door verschillende voelbare structuren aan een kleur te koppelen, is een visueel gehandicapte in staat om kleur te ervaren.

Van Loon introduceerde deze kleurenmethode in haar eigen studio en de resultaten waren lovend. Visueel gehandicapten raakten geëmotioneerd over de kleurwaarneming. Eindelijk wisten ze wat er bedoeld werd, als er om hen heen gepraat werd over kleur. Geïnspireerd door dit succes probeerde Van Loon de methode verder te ontwikkelen en verspreiden. Hiervoor zijn echter wel financiële middelen nodig. Dit bleek lastig, want niet iedereen is overtuigd van de Taktila methode®. Critici zijn van mening, dat er helemaal geen behoefte is naar de Taktila methode®. Het is volgens hen te veel gericht op kunst en visueel gehandicapten hebben volgens hen niets aan voelbare kleurwaarneming. Er is geen maatschappelijk belang. Er is onvoldoende wetenschappelijk bewijs, dat de Taktila methode® een behoefte kan vervullen. Omdat er nog geen onderzoek gedaan was naar de methode, was het van belang om eerst een verkennend onderzoek uit te zetten en werd volgende onderzoeksvraag opgesteld: Welke behoefte met betrekking tot kleur kan de Taktila methode® vervullen voor mensen met een visuele beperking? Deze werd aan de hand van vier deelvragen beantwoord. Deze vragen waren:

  1. Welke functies met betrekking tot kleur kunnen er onderscheiden worden volgens de relevante onderzoeksliteratuur?
  2. Welke functies kennen visueel gehandicapten met betrekking tot kleur vóór kennisname van de Taktila methode®?
  3. Welke functies met betrekking tot kleur waarneming kennen de visueel gehandicapten ná kennisname van de Taktila methode®?
  4. Kan de Taktila methode® deze functies van kleur invullen voor visueel gehandicapten?

Hierbij werd eerst gekeken welke functies kleur kon hebben. Vervolgens werd in deelvraag twee en drie gekeken welke functies de leerlingen herkenden vóór en ná kennisname van de Taktila methode®. Deelvraag vier geeft antwoord op de hoofdvraag waardoor de cirkel rond is.

In dit artikel worden eerst de mogelijke functies van kleurwaarneming besproken en vervolgens in hoeverre drie blinde- en drie slechtziende leerlingen deze functies herkenden voor en nadat ze geïntroduceerd werden met de Taktila methode®. Uiteindelijk wordt het antwoord op de onderzoekvraag besproken waar volgens de relevantste discussie- en aanbevelingspunten aan bod komen.

De functies van kleur
Allereerst is het van belang om de mogelijke functies van kleur op een rijtje te zetten. Omdat er nog geen enkele informatie was over de verschillende behoeftes en functies van kleur, was het noodzakelijk om eerst de behoeften van kunst te behandelen. Vervolgens zijn deze in dit onderzoek vertaald naar mogelijke functies van kleur, zijnde: Beleving, Informatie, Kunstplezier en Sociaal.

  1. De beleving verwijst hier naar de emotie en het gevoel dat de gewaarwording van kleur teweegbrengt. Zo wordt blauw vaak geassocieerd met koud en zwart met depressief. De beleving is persoonlijk en is vaak een automatische reactie op een kleur.
  2. De informatie verwijst naar de informatie die een kleur kan geven betreft een situatie, persoon of object. Rood bijvoorbeeld verwijst vaak naar ‘gevaar’ of ‘stoppen’. Groen is daarentegen meestal het teken voor ‘start’. Dit kan zowel symbolische informatie zijn (een groen klavertje vier is iets anders als een rood klavertje vier) als instrumentele (een rijpe banaan is geel, een niet rijpe is groen).
  3. Kunstplezier duidt de mate, waarin er plezier beleefd kan worden aan het ervaren van een kleur. Mensen praten samen over kleur als ze bijvoorbeeld samen tekenen of schilderen.
  4. Als laatste van de vier, sociaal, verwijst naar de mate, waarin er behoefte is om kleur te gebruiken bij de uiting van de sociale identiteit of participatie. Bij de sociale identiteit gebruikt men de kleur om zijn eigen identiteit uit te drukken. Zo dragen jongens in de pubertijd vaak geen kleuren die geassocieerd worden met meisjes, en draagt iedereen ten tijde van een Europees Kampioenschap oranje om te laten zien voor welk land zij zijn. Sociale participatie betekent dat men gezamenlijk van kleur geniet en over praat. Dit bijvoorbeeld door middel van een tentoonstelling.

Methode
Na het onderscheiden van de verschillende functies van kleur was het van belang om een goede vraagstelling voor het onderzoek op te stellen. Omdat er nog geen enkel wetenschappelijk onderzoek gedaan was én de tijd en aantal respondenten beperkt was, is er gekozen om een verkennend interview te houden met zes leerlingen van de Visio school in Groningen. Van deze leerlingen waren er drie slechtziend en drie maatschappelijk blind. Het interview bestond uit drie delen. In het eerste deel werden de leerlingen eerst vragen gesteld over kleur, hierdoor werd er geprobeerd te achterhalen of zij al verschillende functies van kleur herkenden. Er werd gevraagd naar de betekenis van symbolische objecten, zoals een klavertje vier en welke kleuren ze al kenden. In deel twee werden enkele kleuren van de Taktila methode® uitgelegd en mochten de leerlingen deze voelen. Er werd een klein spelletje gespeeld waardoor gekeken werd of de leerlingen de kleur goed konden koppelen met situaties en objecten. Vervolgens werden er in deel drie van het interview situaties geschetst, waarbij de leerling moest aangeven of hij wel of geen gebruik zou maken van de Taktila methode®. Er werd hier bijvoorbeeld gevraagd of de leerling het fijn zou vinden als hij of zij zo zijn kleding kon voelen.

De antwoorden van deze leerlingen zijn allemaal gecategoriseerd onder de verschillende functies, die kleur kon hebben. Dit waren de functies, die uit de literatuur verkregen waren. Door te bekijken of de behoefte naar kleurwaarneming spontaan werd gegeven of met behulp van een antwoord werd de relevantie van de behoefte bepaald. Gaf een leerling tegenstrijdige antwoorden, dan werd het antwoordt niet als relevant beschouwd. Al deze antwoorden zijn gezamenlijk in een tabel gezet.

Resultaten
Uit de resultaten kan geconcludeerd worden, dat Taktila methode® inderdaad in staat is behoeftes te vervullen. Op volgorde van beleving, informatie, kunstplezier en sociaal worden ze besproken. De resultaten van deelvraag twee, drie en vier worden hier tegelijk besproken omdat ze allemaal in elkaar overlopen.

  1. Beleving: er was bij beide groepen geen belevingsbehoefte naar kleur vóór kennisname van de Taktila methode®. Allemaal hadden ze al een eigen manier ontwikkeld om kleur waar te nemen. Dit door middel van voelen of het object dichterbij halen. Ná kennisname met de methode waren vooral de maatschappelijk blinde leerlingen onder de indruk van de methode. De slechtziende leerlingen daarentegen hadden een soort weerstand opgebouwd om gebruik te maken van de methode. Ze hadden al hun eigen manier om kleur waar te nemen en hadden geen behoefte aan een nieuwe methode.
  2. Informatie: zowel bij de slechtziende als maatschappelijk blinde leerlingen was er voor het introduceren van de Taktila methode® een gemis aan mogelijkheden om kleurinformatie te identificeren. Vóór kennisname konden de leerlingen vrij weinig met het idee informatie te halen uit kleur. Geen van beide groepen was goed in staat om instrumentele als symbolische informatie uit kleur te verkrijgen. Ná de kennismaking was er, zowel bij de maatschappelijk blind, als slechtziende leerlingen een informatiebehoefte, die zich uitte richting sociale identificatie. Graag wilden ze de Taktila methode® gebruiken om bijvoorbeeld een goede kledingkleur uit te kiezen. Zo zouden ze kunnen voorkomen, dat ze de ‘foute’ kleur aan hebben. Hierbij moet wel vermeld worden, dat dit alleen geldt voor de leerlingen die vroeger zicht hebben gehad. De leerlingen, die blindgeboren waren hadden hier geen interesse naar.
  3. Kunstplezier: bij beide groepen leerlingen gaf slechts een enkeling aan vóór de kennisname met de Taktila methode® een plezierbehoefte met betrekking tot kleur te hebben. De leerlingen, die het al leuk vonden, om te tekenen of schilderen vonden het vóór kennisname met de methode het idee interessant, dat de kleuren gevoeld konden worden. Deze leerlingen hadden ná kennisname ook de meeste behoefte aan de Taktila methode® om te kunnen voelen wat ze geschilderd of getekend hebben. De maatschappelijk blinde leerlingen die vóór kennisname geen plezier haalden uit tekenen of schilderen uiten deze behoefte wel ná kennisname van de methode.
  4. Sociaal: De informatiebehoefte gaf al aan, dat er een sociale identificatie behoefte was onder alle leerlingen. Echter de leerlingen gaven allemaal aan verder geen interesse te hebben om sociaal te participeren in de kunsten. Dit veranderde niet na kennismaking met de Taktila methode®.

Discussie
Dit onderzoek laat verder zien dat de Taktila methode® nog niet optimaal is en er nog veel moet worden aangepast. Dit verkennend onderzoek levert geen sluitend bewijs voor of tegen de methode. Het verkennend onderzoek heeft positieve resultaten, maar er is een discussie of deze resultaten een goede afspiegeling zijn van de gehele populatie visueel gehandicapten, gezien het beperkte aantal deelnemers aan het onderzoek. Ook zou het kunnen zijn, dat het ontstaan van de vier basisbehoeftes naar kleur, verschilt tussen de leerlingen, die ondervraagd zijn in dit verkennend onderzoek en blinden/slechtzienden met een hogere of lagere leeftijd. Verder gericht onderzoek is nodig om dit te verder te verkennen.

Hiernaast moet er rekening gehouden worden met de korte tijd die er was voor de interviews. De behoeften die de leerlingen nu aangeven werden gegeven naar slechts tien minute kennisname van de Taktila methode. Het is mogelijk dat er na een langere kennismaking met de methode meer behoefte ontstaat met betrekking tot kleurwaarneming. Dit moet echter blijken uit meer onderzoek.

Aanbevelingen
De aanbevelingen zijn zowel gericht op verder wetenschappelijk onderzoek als de Taktila methode®. De belangrijkste punten hiervan worden besproken.

Allereerst moet er meer onderzoek gedaan worden naar de Taktila methode®. Dit verkennend onderzoek was gericht op kleurwaarneming binnen een bepaalde leeftijdscategorie. De Taktila methode heeft meer aspecten in zich dan alleen kleurwaarneming. Deze zijn allemaal het onderzoeken waard. Verder moet er ook onderzoek gedaan worden naar de invloed van de Taktila methode® binnen een andere leeftijdscategorie. Deze behoeften kunnen namelijk veranderen. Tevens moet de methode zich dusdanig verder ontwikkelen dat deze op alle behoeftes van de doelgroep kan inspelen. Nu richt deze zich inderdaad voornamelijk op kunst maar de methode heeft veel meer potentie. Hierdoor is de methode meer in staat zich te richten op zowel kunst- als maatschappelijk gebied. De methode heeft zo de potentie om zich te ontwikkelen tot een essentiële methode in het dagelijks leven van visueel gehandicapten.

Conclusie
Dit verkennend onderzoek laat zien dat er binnen de leeftijdscategorie tussen 10 en 15 inderdaad behoeftes zijn die door de Taktila methode® te vervullen zijn. Dat is een veelbelovend begin van een methode die pas aan het begin staat. De criticasters van de Taktila methode® lijken er op sommige punten naast te zitten. De Taktila methode® kan wel interessant zijn op maatschappelijk gebied, in plaats van alleen kunst, én lijkt wel degelijk in staat om behoeftes te kunnen vervullen. Dit verkennend onderzoek is echter wel slechts het begin. Verder wetenschappelijk onderzoek moet gedaan worden om dit onomsluitelijk vast te leggen.

Download het complete onderzoek